Isa Krabbenborg (17) volgt de opleiding Manager/ondernemer Horeca op de locatie Cuijk van het Koning Willem I College. Wat begon met een bijbaan op jonge leeftijd is uitgegroeid tot een helder toekomstplan. “Ik werk al sinds mijn twaalfde in de horeca. Als ik iets niet leuk vind, stop ik ermee. Maar dit doe ik al vijf jaar. Dan weet je wel dat het goed zit.”
Isa begon haar mbo-opleiding ooit in Eindhoven. “Maar die opleiding paste toch niet zo goed bij mij. Veel te ver reizen ook.” Via haar leerplichtambtenaar moest ze zich inschrijven bij een andere school om te mogen stoppen, dus ging ze op zoek naar iets dat wél bij haar paste. “Ik dacht: ik vind horeca leuk, laat ik daar eens naar kijken. Toen kwam ik de opleiding in Cuijk tegen.”
Na een open dag en een goed gesprek met een docent in het lesrestaurant was Isa overtuigd. “Het is een kleine school, je kent de mensen, en het voelt vertrouwd. Dat sprak me meteen aan. Hier hoefde ik niet verder te zoeken.”
Isa Krabbenborg | Student Manager/ondernemer Horeca
De kleinschaligheid van de locatie Cuijk blijkt voor Isa een groot pluspunt: “Op grote scholen kennen ze je naam soms niet eens. Hier maak je gewoon een praatje met docenten in de gang, en zij weten wie jij bent.” Die persoonlijke sfeer draagt volgens haar bij aan het leerplezier. “De docenten zijn heel aardig. Ze staan altijd open voor vragen en denken met je mee. Dat helpt echt.”
Wat Isa waardeert aan de opleiding is dat er veel ruimte is om in je eigen tempo te werken. “Ik heb dit jaar al examens gedaan voor rekenen en Engels. Dat heb ik gewoon afgerond, dus dat is fijn.” Ze leert veel over gastvrijheid, vaktechniek en gastronomie. “De vaklessen vind ik het leukst. Dan gaat het echt over ons vak. Over eten, drinken, bediening – alles wat daarbij komt kijken.”
Toch heeft ze ook een kritische noot. “We hadden een periode met twee dineravonden per week. Dan heb je het op een gegeven moment wel gezien. Ik hou van afwisseling, op mijn werk doe ik telkens iets anders: bar, bediening, drankjes lopen… Op school is het wat vaker hetzelfde. Maar ik snap ook wel dat je het zo moet leren.”
In augustus start Isa met haar eerste stageperiode van 400 uur. Die loopt ze bij haar huidige werkgever: restaurant Het Zoete Genot in Arcen. “Ik hoefde niks te regelen. Ik heb het gewoon gevraagd, en mijn baas vond het meteen goed. In die periode is het superdruk en ze kunnen alle hulp gebruiken.”
De tweede stage – van 800 uur – volgt in het voorjaar. “Ik zit eraan te denken om dan naar het buitenland te gaan, maar ik weet niet of ik het lang zonder mijn familie uithoud. Gelukkig kreeg ik onlangs ook al een stageplek aangeboden bij een lokaal restaurant in Cuijk. Dus wie weet wordt het dat.”
Over het regelen van stages is Isa positief. “De school helpt goed. Je krijgt websites om stagebedrijven te vinden en duidelijke uitleg over wat je moet regelen. Mijn coach hielp met de formulieren en alles. Dat was echt fijn.”
Wat Isa na haar opleiding wil, weet ze verrassend goed. “Ik wil heel graag een barista-cursus doen in New York. Dat lijkt me echt geweldig. Daarna wil ik ook nog een basisopleiding keuken doen – dan weet ik van alles wat. En uiteindelijk zou ik graag mijn eigen zaak willen starten. Al is dat nog ver weg.”
Voor studiekiezers die twijfelen over een horecaopleiding is Isa heel duidelijk: “Je leert superveel in de praktijk. Als je daar niet van houdt, dan is dit niks voor jou. Maar als je sociaal bent, graag praat met mensen, en het leuk vindt om anderen een fijne tijd te bezorgen – dan is dit echt iets voor jou.”
Zelf is ze naar eigen zeggen goed in gastvrij blijven, ook op minder goede dagen. “Ik blijf altijd vriendelijk tegen gasten, ook al heb ik zelf een rotdag. En ik werk snel – iedereen zegt dat. Ik wil dat dingen gewoon snel en goed gebeuren.”
Wat ze benadrukt: werken in de horeca vraagt inzet. “Je maakt lange dagen, veel uren, vaak in het weekend. Vorige week werkte ik 50 uur – én ik had school. Het is aanpoten, maar ik zou het voor geen goud willen missen.”